Plaatsingsbeleid Op stap
- Aanmelding moet minimaal drie maanden voordat het kind 2,5 jaar wordt. Wordt een peuter later ingeschreven dan loopt u het risico dat de peuter pas na het bereiken van de leeftijd van 2,5 jaar geplaatst kan worden. Dit is ook afhankelijk van de mogelijke opgegeven voorkeur voor groep of dagdeel.
- Peuters kunnen geplaatst worden in de maand na het bereiken van de leeftijd van 2,5 jaar, mits er ruimte is in de groep. Als er een voorkeur is aangegeven voor groep of dagdeel en er is geen plaats voor de peuter, dan kan plaatsen in een andere groep als alternatief aangeboden worden, mits er in de andere groep plaatsingsmogelijkheden zijn. Indien het kind niet geplaatst kan worden met het bereiken van de leeftijd van 2,5 jaar, omdat de groepen vol zitten, dan wordt het kind op latere leeftijd geplaatst, maar wel zo spoedig mogelijk.
- Een enkele keer vindt er op de basisschool een kleuterstop plaats. Kinderen die niet op de basisschool terecht kunnen, mogen langer van de peutergroep gebruik maken als dit niet ten koste gaat van plaatsen van ‘nieuwe’ peuters.
- De pedagogisch medewerker beheert de wachtlijst. Indien hier sprake van is krijgt een doelgroeppeuter voorrang op een reguliere peuter op de wachtlijst.
- Voordat de peuter geplaatst wordt, vindt er een kennismakingsgesprek plaats in de vorm van een bezoekje op de peutergroep.
- De peutergroep hanteert voor een rustige, veilige en vertrouwde omgeving een ‘parallel’-regeling. Dit houdt in dat de pedagogisch medewerkers op gecombineerde dagen werken (maandag/donderdag en dinsdag/donderdag). Peuters die de peutergroep op meerdere dagen bezoeken treffen zodoende steeds dezelfde pedagogisch medewerkers. Bijvoorbeeld de peuter die op maandagmorgen komt zal als tweede dagdeel de donderdagmiddag toegewezen krijgen. Dit principe proberen we zoveel mogelijk te handhaven.
- Wanneer uw peuter op een groep is geplaatst is het niet de bedoeling om tussentijds van groep te ruilen. Op die manier voorkomen we dat de groepssamenstellingen steeds wijzigen.
- Een peuter kan de peutergroep maximaal twee dagdelen per week bezoeken. Bij bezoek van de peuter aan de peutergroep van meer dan twee dagdelen per week, is een medisch en/of sociale indicatie vereist. Per situatie wordt dan bekeken of het mogelijk is de groep tijdelijk uit te breiden naar 16 kinderen per groep.
- Een peuter met medische, emotionele en/of sociale indicatie krijgt voorrang. Voor het verkrijgen van voorrang dient een schriftelijk verzoek bij de pedagogisch medewerker ingediend te worden. Er dient een verwijzing/verwijsbrief van een deskundige (bijvoorbeeld huisarts, wijkverpleegkundige en/of maatschappelijk werk) overlegt te worden.
- Een peuter in de leeftijd vanaf 2,5 tot 4 jaar, die al aantoonbaar actief is op een andere peutergroep of aantoonbaar al is ingeschreven bij een andere peutergroep en verhuist vanuit een andere gemeente of vanuit een ander dorp binnen de gemeente krijgt voorrang. Voor het verkrijgen van voorrang dient een schriftelijk verzoek bij de hoofdpedagogisch medewerker ingediend te worden. De daadwerkelijke verhuisdatum (inschrijving bij de gemeente) is bepalend. Dus vanaf die datum kan de peuter naar Peutergroep Op Stap. Bij gelijktijdig voorkomen van twee voorrangsgevallen beslist de leeftijd, waarbij het oudste kind het eerst wordt geplaatst.
- Op de dag na de vierde verjaardag van de peuter eindigt de plaatsing op de peutergroep automatisch. Ook de betaling wordt automatisch stopgezet. Wanneer u de plaatsing eerder of later wilt beëindigen, kunt u dit schriftelijk kenbaar maken, met inachtneming van een opzegtermijn van twee maanden.
- In de schoolvakanties is de peutergroep gesloten. Daarnaast volgt de peutergroep de roosters van de beide scholen (GBS De Levensbooom en Hervormde School De Triangel). In het geval beide scholen gesloten zijn zal de peutergroep ook besluiten om haar deuren gesloten te houden. Er vindt in dit geval geen restitutie plaats van gelden.
- Het bestuur/de pedagogisch medewerker behoudt zich het recht voor om op medische, emotionele en/of sociale gronden, na overleg met de ouders/verzorgers, het verblijf van een peuter op de peutergroep te beëindigen. Eventueel overlegt het bestuur, in samenspraak met ouders/verzorgers en pedagogisch medewerker, met externe deskundigen alvorens het verblijf van een peuter beëindigd wordt.